Twee geel gekleurde ogen staren me aan nadat ik heb gevraagd hoe het gaat. Ik ben net begonnen als arts-assistent en wordt ingewerkt op de afdeling van de maag darm en lever geneeskunde. Er is een nieuwe patiënte opgenomen en ik probeer haar verder in kaart te brengen. De vrouw antwoord op sarcastische toon dat alles perfect gaat. Ondertussen bestudeert ze het menu voor de lunch. Ze bekijkt wat ze wil gaan eten nadat ze een tijd nuchter is geweest voor het biopt dat zojuist heeft plaatsgevonden. Ze kiest uiteindelijk voor de friet waarna ze haar ogen weer op mij richt. Ik vertel haar wat verder de bedoeling is tijdens de opname. Opnieuw probeer ik haar blik te vangen terwijl ik haar vertel dat ik me zorgen maak over haar conditie, opnieuw reageert ze onverschillig. Tijdens ons gesprek zie ik dat niet alleen haar oogwit geel is gekleurd maar dat ook over de rest van haar gezicht een gele gloed straalt. Haar buik staat bol gespannen van het vocht wat zich daar heeft opgehoopt en ook haar benen zijn niet gespaard gebleven. De flinke hoeveelheden vocht die in haar benen zijn opgehoopt maken dat het lopen voor haar steeds lastiger gaat.
Voorafgaand aan het gesprek heb ik haar dossier bestudeert. De patiënte is een tijd geleden gediagnosticeerd met een alcoholische levercirrose. Volgens de berekende scores over de overlevingsduur heeft ze een overlevingskans van een aantal maanden. Tijdens haar opname leer ik haar twee dochters kennen. Een van hen vertrouwd mij toe dat ze net haar moeder heeft verteld dat ze zwanger is. Het is nog een prille zwangerschap maar ze wilde graag dat haar moeder zou weten dat ze oma gaat worden. Terwijl ze mij dit verteld voel ik het kippenvel op mijn armen ontstaat, want terwijl ze dit verteld weten we ook beide dat ze de geboorte van haar eerste kleinkind hoogstwaarschijnlijk niet zal meemaken. De dagen erna knapt de patiënte maar matig op en vallen de uitslagen van de verschillende testen steeds opnieuw weer tegen. Tijdens de grote visite waar we samen met twee specialisten langs alle opgenomen patiënten lopen vertel ik haar dat het er somber uit ziet en spreek ik uit dat ik niet verwacht dat ze de geboorte van haar eerste kleinkind zal meemaken. In haar gele ogen, die mij opnieuw aanstaren, zie ik dat ze dit diep van binnen al wist en misschien ook al wel geaccepteerd had. Haar gele ogen vinden de mijne, een koele reactie volgt: “Het is wat het is doc, wanneer mag ik terug naar mijn eigen huis?”. Naar huis lijkt voor nu een stap te ver, ze wil geen thuiszorg en haar sociale netwerk is beperkt. Ze blijft bij haar standpunt en samen komen we uiteindelijk tot het besluit dat ze, wanneer ze opknapt, naar huis zal gaan met thuiszorg. Gedurende de week merk ik dat de door haar opgetrokken muur langzaamaan daalt. Tijdens onze gesprekken is er plaats voor wat humor, ondanks de ernst van de situatie. Op vrijdag vertel ik haar dat ze na het weekend een andere zaalarts krijgt gezien ik de week erop op een andere afdeling sta. Met een knik en een laatste blik op de geel gekleurde huid en ogen neem ik voor dat moment afscheid van haar.
De week erop hoor ik in de overdracht dat ze die week tegen medisch advies eerder naar huis is gegaan. Ik hoor mijn collega zeggen dat ze klaar was met het ziekenhuis. Het komt voor mij niet geheel onverwacht. Haar ijzersterke mening en wat eigenwijze persoonlijkheid waren mij niet onopgemerkt gebleven. Op de fiets naar huis denk ik terug aan onze gesprekken. Met mijn hart hoop ik dat ze haar toekomstige kleinkind ooit mag gaan ontmoeten maar in mijn hoofd weet ik helaas wel beter.
Over Lucy:
Lucy is 25 jaar en werkt als ANIOS (arts niet in opleiding tot specialist) interne geneeskunde in een perifeer ziekenhuis. Hier ziet zij patiënten voor verschillende afdelingen waaronder de cardiologie, oncologie, maag-darm en leverziekte, interne geneeskunde en longziekte. In de blogs zijn gegevens veranderd waardoor de blog nooit terug te leiden zal zijn naar een patiënt.
Reactie plaatsen
Reacties